14 november 2021
Mijn lievelingskunstenaar is Terpen Tijn, de beroemde Rommeldamse beeldend kunstenaar uit de boeken van Marten Toonder.
Terpen Tijn oefende met zijn abstract expressionisme enorme invloed uit op jonge avant-garde kunstenaars na de tweede wereldoorlog. Dat is lang geleden maar we zien dat zijn werk, na decennia van postmodernisme, weer in de belangstelling staat. Wat mij boeit in deze kunstenaar is zijn kijk op materie. In het kader van mijn blogs over materie, sterrenstof, moest ik aan hem denken.
Aan het einde van WOI hield de Duitse socioloog Max Weber een beroemde redevoering onder de titel “Wetenschap als roeping”. Daarin gebruikte hij voor het eerst de term “onttovering van de wereld”. Volgens Weber is niet langer sprake van een mysterieuze wereld waarin wonderlijke dingen kunnen gebeuren. Een wereld vol geheimzinnige betekenissen die we dan wel niet begrepen maar die er toch waren. Volgens die zienswijze is de wereld niet een wereld van geheimen maar van gebeurtenissen die vroeger of later door wetenschappelijk onderzoek kunnen worden verklaard. In de wereld zelf is geen sprake meer van een verborgen zin en betekenis. Hooguit worden zin en betekenis door de mens zelf geprojecteerd op een neutrale werkelijkheid. De wereld is, om het anders te zeggen, onttoverd.
Het resultaat van deze projecties is dat mensen zichzelf zijn gaan zien als laatste stadium van de evolutie. De wereld in zichzelf heeft geen betekenis, is neutraal en kan de mens naar hartenlust gebruiken. De mens als de witte man, voor de duidelijkheid. De gelijkwaardigheid tussen alle vormen van sterrenstof is dan zoek.
Ten diepste ervaren mensen de wereld niet als mechanistisch maar als diep metaforisch. Een boom bijvoorbeeld, is niet alleen hout (nuttig voor de bouw van huizen en voor onze zuurstofaanmaak) maar maakt tegelijk deel uit van ons zelf (geen scheiding dus). Want zo'n boom leeft, net als wij. Buigt mee met de wind, groeit naar het licht. Een ontwortelde boom doet iets met ons. Nog een voorbeeld: ik woon in een streek waar men graag op de vos jaagt. Zo'n vos is niet alleen De vos (Vulpes vulpes) (ook wel gewone of rode vos genoemd), een lid van de hondachtigen. Immers, een vos is ook de vos Reinaerde, een metafoor voor onze eigen menselijke ondeugden. Een vos is dan schadelijk, belichaming van ons zelf, onze aard. Daarom jaagt men wellicht op de vos.
Kunstenaars hebben weet van de metaforische levendigheid van de materie. Materie is geen dode stof maar een actieve medespeler. Het creatieve proces is een bezielingsproces in materie, met kop en kont erin. Grappig is dat Terpen Tijn in de verhalen van Marten Toonder, in tegenstelling tot de meeste andere bewoners van Rommeldam, geen antropomorf dier is, maar een echt mens.
"Daar! ... Een vastgeplakte vibratie van de watertrilling. Een greep uit de eeuwigheid. Het NU, vat je makker?" Terpen Tijn. (Uit de viridiaandinges)