5 mei 2022
Ik ben opgegroeid nabij de rivier. De overzijde trok, daar groeide riet en wilgen. Daar waren zandstrandjes, zoals op onbewoonde eilanden. Avontuur.
Niet geheel terzijde, de rivier wordt vaak gezien als een grens. Aan onze kant is de beschaving, aan de overkant de barbarij. Zo zagen de Romeinen het al; de rivier de Rijn vormde de grens tussen beschaafde mensen en de barbaren. In het narratief van ons, Europeanen, heeft deze beschavingsgedachte diepe sporen getrokken. Ik hoor de laatste weken opvallend vaak dat idee van beschaving versus barbarij weer opduiken. Wij, de beschaafde vredelievende Europeanen en zij, de Russische barbaren. De waterscheiding tussen wij en zij is een gevaarlijke ideologische constructie. Er kan geen eenheid zijn in tweeheid. Dan blijf je verdeeld.
Rivieren zijn er om over te steken.
Als kind mocht ik alles want mijn ouders letten niet zo op mij. Zo voer ik als 10 jarig jochie met de gele Apollo opblaasboot frank en vrij de rivier de IJssel op. De overzijde, ja daar kon je hutten bouwen. Van mijn moeder bietste ik een oud laken, op de plaats maakte ik van mijn hengel en springtouw een mast, een ra zeil, inclusief doodshoofdvlag, want ik was piraat. Als een schildpad nam ik mijn boot op de rug, sjokte de lange Kievitstraat af, naar de Loswal. Daar vertrouwde ik me toe aan de stroom en mijn zeilkunst. Dat was even heel eng, want dat water was wel erg groot en de stroom sterk.
De rivier zo maar opgaan betekent je toevertrouwen aan het onbekende wat komt en vertrouwen op wat je kunt. Ik was bang voor de schele posters onder me, dat zijn enge vissen. Ik had angst voor de draaikolken die, naar men zei, je naar beneden zogen. Maar ik vertrouwde op mijn zeemanskunst en mijn boot. Eenmaal op het water is er alleen maar plezier, de angst valt weg, het is ‘gaan met die banaan’..
Diezelfde huiver van toen herken ik als ik voor een nieuw schilderij sta en het werk begint. Ik heb vertrouwen in de verf, mijn handen en heb er zin in. Ik zie wel wat er gebeurt. Gaan met die banaan.
Het doek op de foto is ontstaan met de beleving van water als uitgangspunt. In de structuren van de verflagen zitten alle kleuren, opgebracht met papier, als een druktechniek. De laatste laag is gevormd door dunne blauwe verf in diverse tinten. Die verf zakt door de zwaartekracht via alle structuren die eronder zitten. Het doek is dus deels nauwgezet opgebouwd uit veel lagen en deel toevallig en direct overstroomd met verf.
Creativiteit komt voort uit interactie, uit handelen. Je doet iets en iets duwt terug, of geeft mee. Dat iets leeft in het hier en nu. Plezier is in zo'n proces kenmerk en smeerolie. Plezier is voor mij niet het gevolg van een goed plan of nuttig doel, laat staan het gevolg van de juiste ideologie. Het beste resultaat is een beeld wat ik zelf nooit gezien noch bedacht heb. Ik ben dan verrast, heb ik dit gemaakt? Dat nieuwe beeld overtuigt alleen als alles samenkomt, als levendige essentie een vorm vindt. Dat geeft de grootse kick, aan maker en kijker. Het doek op de foto is zo ontstaan.